Introductie jaar

De opleiding begint met een introductie jaar waarin diverse fundamenten van de organische beeldhouwkunst belicht wordt. In dit jaar komt aan bod »>

Het introductie jaar is een jaar waar je onderzoekt of je wat met organische beeldhouwkunst hebt. Liggen daar vragen die jouw leven verder helpen en die je zou willen onderzoeken? Je verruimt in dit jaar jouw manier van beeldhouwen. Jouw vermogens en onvermogens krijgen licht en lucht. Na dit jaar kan je kiezen of je de opleiding wil vervolgen met twee jaren waarin we de organische beeldhouwkunst gaan verdiepen.

In het introductie jaar komt aan bod:

Vormleer

De basis fundamenten van de organische beeldhouwkunst komen in het introductie jaar aan bod. Dat doen we met rijk pallet aan vormoefeningen. We maken bijvoorbeeld diverse series van beeldjes en zetten deze achter elkaar. Daarmee kan een bepaald ontwikkelingsproces dat zich als rode draad tussen deze beeldjes wil uitdrukken beleefbaar worden. In dit orientatiejaar maak je kennis met het vormgeven vanuit de zeven organen. In het kort gezegd zijn dat zeven ingangen om tot een beeld te kunnen komen. In zeven organen die ons fysiek/etherisch lichaam rijk is zetelen zeven vormgevingskrachten die voor het maken van een beeld essentieel zijn. Door deze zeven krachten te trainen zou je deze zeven in jezelf kunnen mobiliseren. Ieder orgaan staat voor een totaal andere manier van vormgeven. Je leert in het orientatie jaar deze orgaankwaliteiten kennen en gebruiken. In de twee verdiepingsjaren die op het orientatiejaar volgen wordt het vormgeven vanuit de zeven organen verder verdiept.

Alt for image
Dit beeld is vanuit Gal-kwaliteiten gemaakt

Materiaalleer

In het orientatiejaar komt het werken met boetseerwas, klei, gips en cement aan bod. Om de mogelijkheden van deze materialen ook buiten de opleiding te kunnen ontdekken is het raadzaam om een eigen werkplek/atelier thuis of elders te hebben. Dan kan je in je eigen tijd deze substanties rustig onderzoeken.

Alt for image
Dit bronzen beeld is gemaakt en gegoten in een orientatiejaar

Kunst waarnemen en waarde van de kunst

We zijn in dit orientatie jaar geregeld in een museum of galerie te vinden. Je leert er dynamisch waarnemen en schetsen op papier. Dit om ingangen te ontdekken om het onzichtbare verhaal achter een uiterlijk beeld te kunnen ervaren.

In dit orientatie jaar worden ondermeer beelden voor de medestudenten gemaakt. Je leert hiermee je vrij in de beeldhouwkunst uit te drukken. Iemand vertelt bijvoorbeeld over z’n leven en de actuele thema’s die nu voor hem spelen. De anderen luisteren zonder oordeel of zoeken niet naar oplossingen of goede raad. Puur door te luisteren en je met de spreker te verbinden kunnen er vormen bij je opkomen die iets zeggen over wat er werkelijk vertelt wil worden. Jij wekt in jouw vermogen deze vormen in dienst van de ander. Het is “goud” waard voor de verteller om deze beelden uiteindelijk uitgewerkt voor zich te zien. Een vrijlatende kunstzinnige aanmoediging om de confortzone eens grondig op te ruimen. De waarde van de kunst in z’n sociale werkzaamheid!

Maken van kunst is niet zo moeilijk. We zijn het enkel wat verleerd omdat we vergeten om dagelijks naar de geestelijke wereld in en om ons heen te luisteren.